Elective Testimonials

This page contains testimonials of students who followed electives in their bachelor. Testimonials published here are from Bachelor students from either Applied Mathematics or Computer Science and Engineering. Please keep in mind that the setup of a course can change over the years and check the study guide for factual information.

If you want to contribute to this page, please send an email to education@ch.tudelft.nl with your name, what elective you did in what year, and a summary of your experience of around 300 words.

Applied Mathematics Electives

Year 1

Elektriciteit en Magnetisme


Els Brouwer, AM, 2020-2021

Hallo allemaal, mijn naam is Els. In 2019 ben ik de studie Technische Wiskunde in Delft begonnen. Helaas had ik een wat minder goede start waardoor ik mij in januari had uitgeschreven. Ik had de keuze gemaakt om in 2020 opnieuw te beginnen, want ik vond de studie zelf wel erg leuk. Dit jaar gaat gelukkig supergoed en nu ben ik voor het eerst bij het tweede semester aangekomen. Dat betekende dat ik mijn eerste keuzevak mocht uitkiezen. Ik kon kiezen uit Algoritmen & Datastructuren, Mechanica & Relativiteitstheorie en Elektriciteit & Magnetisme. Zelf heb ik voor dit laatste vak gekozen omdat ik op de middelbare school deze onderwerpen erg interessant vond en de andere opties mij niet zo aanspraken.

Het is handig voor dit vak om al wat kennis van Analyse 2 paraat te hebben. Helaas start dit vak tegelijkertijd met Elektriciteit & Magnetisme, maar gelukkig wordt er redelijk rekening mee gehouden. De stof die je nodig hebt van Analyse 2 is niet zo complex dus iedereen komt er meestal wel uit. Kennis van natuurkunde van de middelbare school is een plus maar totaal niet nodig.

Elke week krijg je 3 hoorcolleges en 1 werkcolleges. Als tip wil ik alvast meegeven van te voren een stukje uit het boek te lezen dat bij het college hoort, dan zijn alle voorbeelden goed te volgen tijdens de colleges. Verder natuurlijk braaf het huiswerk maken. Als je de colleges allemaal gevolgd hebt en redelijk bij bent gebleven ben je er niet zo veel tijd aan kwijt.

Helaas verliep het vak in het begin erg chaotisch waardoor ik meer tijd kwijt was aan erachter komen wat het huiswerk was dan met de stof zelf bezig te kunnen zijn. Gelukkig werd dit elke week steeds beter. Daardoor werd het vak zelf ook interessanter. We waren vooral bezig met rekenen, wat een leuke afwisseling was van al het bewijzen bij de andere vakken. We berekenden de sterkte/grootte van stroom, elektrische en magnetische velden, oppervlakte en volume ladingen, het potentieel in een bepaald punt en magnetische kracht. De berekeningen waren vaak niet heel ingewikkeld, het lastige was juist uitzoeken welke methode je moest toepassen en goed opletten in de vraag of bijvoorbeeld een cilinder solide of hol is.

In het begin was ik dus vooral gefrustreerd door de (niet aanwezige) organisatie maar omdat dit op het einde stukken beter was kon ik ook de leuke kanten van dit vak zien. Het was prettig om de wiskunde wat meer toegepast te kunnen ervaren. Verder had ik verwacht dat dit vak wel te doen zou zijn en dat was gelukkig ook wel zo.

Ik zou dit vak aanraden voor mensen die even zin hebben in een vak met wat meer rekensommen dan het constante bewijzen wat je bij andere vakken juist veel terug ziet. Je moet wel bereid zijn af en toe zelf uit te zoeken hoe bepaalde stof uit Analyse 2 in elkaar zit, maar dit is gelukkig niet al te ingewikkeld.


Niek Appels, AM, 2020-2021

Hey, mijn naam is Niek en ik zit nu in het eerste jaar van Technische Wiskunde. In het derde kwartaal van dit jaar heb ik het vak Electricity and Magnetism gevolgd.

Dit vak zit natuurlijk nog redelijk aan het begin van de studie en het is een nieuw onderwerp, dus echt veel voorkennis heb je niet nodig. Vectoren spelen wel een belangrijke rol en daarbij komen ook dingen van lineaire algebra, zoals inproduct en uitproduct, terug. Ook integreren is wel belangrijk, maar veel voorkennis wordt er niet gevraagd. Ook als je op de middelbare geen natuurkunde hebt gehad kun je dit vak prima volgen.

Het vak heeft alles te maken met elektrische ladingen. En daarbij is de vraag welke krachten die ladingen uitoefenen op een bepaald punt. Wanneer de elektrische ladingen stilstaan spreek je van elektrostatica en dit staat in het eerste deel van het vak centraal. Je leert hierbij bijvoorbeeld hoe je het elektrische veld en de kracht kan bepalen, vaak met behulp van integralen. Als de ladingen niet stilstaan maar bewegen, ontstaan er magneetvelden. In het tweede deel van het vak leer je met deze velden te werken.

Er stonden in het rooster elke week 2 hoorcolleges en 2 werkcolleges gepland, maar bij ons werden dit 3 hoorcolleges en 1 werkcollege. Hierdoor was er veel tijd beschikbaar in de hoorcolleges en dit werd gebruikt om veel (tentamen)opdrachten voor te doen, maar het nadeel was wel dat je hierdoor wat tijd buiten de geplande uren om nodig had om de opdrachten te kunnen maken.

Ik vond het vak leuk, want het was even wat anders dan de vakken die ik ervoor had gehad. Het is namelijk veel rekenen, dus als je een break zoekt van al het bewijzen zou ik dit vak zeker aanraden. Het is ook echt een voorbeeld van hoe wiskunde toegepast wordt, in dit geval in de natuurkunde.

Zoals ik eerder al zei waren er wel weinig werkcolleges en hierbij waren ook geen TA’s aanwezig, maar vragen stellen moest via de mail. Het kon hierdoor wel lastig zijn om je vragen te kunnen stellen. Gelukkig is het boek heel goed en als je vastloopt met een opgave kun je op YouTube allerlei uitwerkingen ervan vinden (tip van mij). En als je de opdrachten uit het boek kan, kom je op het tentamen waarschijnlijk ook niet voor grote verrassingen te staan. Dus daardoor is het vak zeker wel goed te doen.


Isabelle Elias, AM, 2020-2021

Mijn naam is Isabelle Elias. Ik ben 18 jaar en zit nu in mijn eerste jaar Technische Wiskunde. Ik heb dit vak als keuzevak in de derde periode van mijn eerste jaar gevolgd.

Om dit vak te kunnen volgen kan het handig zijn om Lineaire Algebra gevolgd te hebben. Er wordt niet heel diep ingegaan op vectoren/matrices maar het is handig om basisdingetjes zoals inproduct, kruisproduct en determinant te weten. Verder is het wel handig om enige kennis van natuurkunde over elektrische en magnetische velden te hebben, maar dit is niet noodzakelijk.

Bij dit vak leer je eerst alles over elektrische velden. Je gaat de sterkte van een elektrisch veld berekenen op een afstand van verschillende verdelingen van lading. Beginnend met puntladingen en vervolgens wordt het steeds moeilijker: ladingen verdeeld over een lijn, ladingen verdeeld over een oppervlak of ladingen verdeeld over een volume (denk aan een bol of een cilinder). Op tentamenniveau worden deze verschillende situaties ook met elkaar gecombineerd.

Het tweede deel van dit vak heeft dezelfde opzet als het eerste deel met elektrische velden. Het verschil is dat je in het tweede deel gaat focussen op magnetische velden. En in plaats van te kijken naar verdelingen van ladingen, wordt nu gekeken naar verdelingen van stroom die een magnetisch veld veroorzaken.

Dit vak heeft 3 hoorcolleges en 1 werkcollege per week. Je zou denken dat dit voor veel zelfstudie zorgt, maar dat valt best mee. De colleges gaan alleen soms best snel en kunnen een beetje overweldigend zijn, maar gelukkig is het boek dat wordt gebruikt heel fijn en overzichtelijk. Buiten de geplande lessen om is het dan ook soms nodig om het boek even door te lezen. Maar wat betreft de opdrachten is 1 werkcollege per week prima te doen. Je hoeft bij dit vak niet zoveel opdrachten uit het boek te maken. En kijkend naar de tentamens, zijn de opgegeven opdrachten uit het boek ook niet super relevant. De beste voorbereiding voor het tentamen is door de theorie uit het boek te leren en deze dan toe te passen door oude tentamens te maken.

In het begin kan dit vak een beetje overweldigend zijn. Er wordt vanuit gegaan dat je allemaal termen en formules beheerst, waar ík in ieder geval nog nooit van mijn leven van gehoord had haha. Maar als je daar een beetje doorheen kijkt en een paar weken verder bent, valt alles steeds meer op zijn plek. Als je op een gegeven moment de patronen in de opgaven doorhebt, is dit vak helemaal niet zo heel moeilijk.

Ook is de structuur van de tentamens zeer vergelijkbaar met die van oude tentamens of oefententamens. Hierdoor is het duidelijk en voorspelbaar wat er op het tentamen gevraagd wordt en kun je je daarop goed voorbereiden.
Als ik eerlijk ben, vond ik dit vak niet super interessant. Dat komt doordat mijn interesse in de toepassing van de wiskunde niet echt in het natuurkundige/elektrotechnische vakgebied ligt.

Maar dit is mijn persoonlijke mening, dus als je wél geïnteresseerd bent in natuurkunde, elektrotechniek of magnetisme, dan is dit vak zeker een aanrader!

Algoritmen en Datastructuren


Daniel Wolff, AM, 2020-2021

Hoi, ik ben Daniel en ik zit in mijn eerste jaar van de BSc Technische Wiskunde. Ik heb dit jaar het vak ADS gevolgd in Q3.

Voor dit vak is het belangrijk enige kennis van programmeren te hebben. Hiervoor was voor mij het vak Inleiding Programmeren (AM1090) voldoende. Het vak begint met relatief makkelijke codes analyseren en bestuderen hoelang het duurt voor de code om te werken. Dit wordt met de weken uitgebreid naar complexere ‘data structuren’. Ook wordt gekeken naar algoritmes om bepaalde berekeningen minder lang te laten duren. Voor deze algoritmes zijn de data structuren nodig. Zo komen algoritmes en datastructuren bij elkaar in dit vak.
Het vak bestaat uit twee delen, waarvan een is dat je zelf de algoritmes implementeert en het andere deel is het analyseren van codes en kijken naar de ‘runtime’.

Het is belangrijk om elke week bij te blijven met de stof voor dit vak en de opgaven te maken die wekelijks opgegeven worden. Exclusief de hoor en werk colleges was 3 uur per week aan de huiswerk opgaven voor mij voldoende, maar er waren ook weken waarbij je langer nodig had om de opgaven af te krijgen.

De inrichting van het vak was 1 hoorcollege, 2 tutorials (hierbij werd met de professor in een college een paar opgaven gemaakt) en 1 werkcollege waarbij je vragen kon stellen aan de TA’s. Vooral de tutorials vond ik heel fijn, omdat je kon meekijken met hoe de docent zelf een opgaven aanpakt.

Ik vond het vak over het algemeen leuk. Het analyse deel vond ik redelijk lastig, waardoor ik soms de motivatie verloor om echt aan de opgaven te werken, maar uiteindelijk heb ik er wel veel aan gehad. Ik merk dat ik bij de vakken die ik nu volg, dat als er iets geprogrammeerd moet worden ik veel beter de structuur zie in wat ik aan het doen ben en mijn codes dus van betere kwaliteit zijn.
Ik had van dit vak verwacht dat ik veel zou programmeren, maar was verrast dat een groot deel ook het bestuderen van codes was. Dit vond ik wat minder, maar achteraf snap ik goed dat dit een belangrijk onderdeel is van het vak.

Voor mensen die programmeren tijdens Inleiding Programmeren al leuk vonden en graag wat beter zouden willen programmeren en daarbij de achterliggende structuren wat beter begrijpen, raad ik ADS zeker aan.
Als programmeren je niet zo ligt, dan zou ik toch aanraden om een ander keuzevak te volgen.


Marijn van der Tuin, AM, 2020-2021

Ik ben Marijn van der Tuin en zit in mijn eerste jaar van BSc Technische Wiskunde. Algorithms and Data Structures (ADS) heb ik in mijn eerste jaar in Q3 als keuzevak gevolgd.

Voordat je begint met ADS, raad ik aan om AM1090 – Introduction to Programming gevolgd te hebben, aangezien er gebruik wordt gemaakt van Python, wat in dit vak wordt geïntroduceerd. Bij ADS leer je om op efficiënte wijze algoritmes te implementeren met behulp van verschillende data structuren, waarvan enkele al bekend zijn van Introduction to Programming. Deze en nieuwe data structuren worden bij ADS verder toegelicht.

Het vak is per week als volgt ingedeeld: 1 hoorcollege, 2 tutorials (gezamenlijke werkcollege’s) en 1 instructie/vragensessie. In de tutorials werden zowel theorie- als implementatieopdrachten geoefend, met begeleiding van de docent, Stefan Hugtenburg . Tijdens de instructie/vragensessie kon je verder werken aan de opgegeven huiswerkopdrachten en vragen stellen aan TA’s. Daarnaast was ik nog zo’n 3-4 uur per week bezig met zelfstudie.
Na het volgen van Introduction to Programming was ik erg enthousiast om ADS te volgen. Ik verwachtte dat ik het vak leuk en interessant zou vinden, vooral het oplossen van problemen/puzzels maakte mij nieuwsgierig. Deze verwachting was zeker niet onterecht. Ik vond het vak namelijk erg leuk. Dat komt voor een groot deel door de positieve energie van Stefan. Door zijn enthousiasme en visuele hulpmiddelen waren zijn lessen nooit saai.

Daarentegen moet ik wel zeggen dat dit zeker niet het makkelijkste vak is. Zo kost het soms veel tijd om een werkende code te produceren, wat vaak tot frustratie kan leiden. De theorie was ook geen peulenschil. Gelukkig waren de tutorials een fijne methode om samen met Stefan enkele oefeningen te maken. Dit heeft mij zeker geholpen de stof beter te begrijpen.

Nu ik het vak heb gevolgd, kan ik anderen zeker aanraden dit vak te volgen. Als je, net als ik, houdt van puzzels/problemen oplossen, dan is dit keuzevak helemaal geschikt voor jou.


Gert Vlak, AM, 2019-2020

Hallo! Ik ben Gert, student wiskunde aan de TU Delft. Momenteel zit ik in mijn tweede jaar en ik heb ADS ( Algorithms and Data Structures ) in Q3 van mijn eerste jaar gevolgd.

Wanneer je het vak ADS gaat volgen, is het hard nodig om Introduction to Programming gevolgd te hebben. Als je maar niet genoeg van Introduction to Programming kon krijgen, en een stuk meer inzicht over programmeren wilt krijgen is ADS een erg leuk vak.

Tijdens ADS leer je eerst code analyseren aan de hand van run time en space complexity. Deze meer wiskundige benadering van coderen vond ik bijster interessant. Dit is echter pas het begin van het vak, vervolgens zul je allerlei data structuren ( trees, linked/array lists, stacks ) leren. De voor en nadelen van deze structuren benader je aan de hand van de eerder genoemde wiskundige benadering.

Zoals de naam al duidt gaat het niet alleen over data structuren, namelijk ook over algoritmes. Deze sorteer/zoek algoritmes ga je toepassen op je data structuren. Uiteraard leer je ze allemaal zelf implementeren. Het vak eindigt met een meer theoretisch deel, namelijk probleem klasserings theorie dat te maken heeft met P vs NP. Dit wordt kort gegeven maar zul je later ook terugvinden in AM2020 Optimalisering.

Iedere week krijg je een 2 uur lecture, 4 uur tutorial en 4 uur lab sessie. In de tutorial legt Stefan verder uit en implementeert hij live code. In de lab sessie’s kan je aan feedback opdrachten werken die je iedere week moet inleveren. De werkdruk is gemiddeld, als je coderen leuk vindt zal je het niet als een zwaar vak ervaren.

ADS is een van mijn favoriete vakken, dit komt mede door de diepgang in het coderen. Na het vak introduction to programming snakte ik naar meer kennis over coderen, dit bracht ADS mij. Ik zeg dat het mede hierdoor komt want een belangrijk component is de lecturer. Het vak ADS wordt gegeven door Stefan Hugtenburg. Stefan enthousiasmeert iedereen in de ruimte, zo maakt Stefan bijvoorbeeld gebruik van “Intermezzo’s” waarin hij relevante informatie vertelt die niet op het tentamen komt. Dit zorgt voor een beter begrip van de toepassingen en theorie.

Ik verwachtte een goed inzicht in coderen aan het vak over te houden, en dit is gelukt. Doordat je een stuk meer in de diepte gaat leer je zelf code te begrijpen in plaats van alleen toepassen. Het vak vond ik niet lastig, als je alle huiswerk opgaven maakt is het tentamen goed te doen. ADS raad ik zeker aan als je programmeren leuk vindt.

Mechanica en Relativiteitstheorie


Karel Gimbergh, AM, 2020-2021

Hallo, ik ben Karel Gimbergh, eerstejaars bachelor Technische Wiskunde student en ik heb in Q3 van mijn eerste jaar het vak Mechanica en Relativiteitstheorie gevolgd. Om dit vak goed te kunnen volgen, is het best handig (maar niet noodzakelijk) om natuurkunde te hebben gevolgd op de middelbare school. Dit vak neemt de middelbare
school natuurkunde en bouwt daarop verder.

Het vak zelf is -zoals de naam al suggereert- opgedeeld in twee onderwerpen die dan ook apart behandeld worden. Het eerste deel is mechanica, waarbij de wetten van Newton centraal staan, maar er wordt een vrij groot aantal onderwerpen behandeld. Onder andere zijn dit statica (kracht evenwichten, torsie balans, etc.) en dynamica wat vooral gaat over
projectielbewegingen, draaingen, botsingen en planeetbewegingen. Dit wordt behandeld in de eerste helft van het kwartaal. Het tweede deel is relativiteit, waar vooral aandacht wordt gegeven aan de ideeën van Einstein en uiteindelijk ook relativistische botsingen. Voor dit vak kreeg je twee keer college gevolgd door een klein vragen momentje en twee werkcolleges per week. Daarnaast werd verwacht dat je nog een aantal uur aan zelfstudie
deed, dus met alles samen was het een best tijdsintensief vak.

Ik vond het vak erg leuk om te volgen. Op de middelbare school vond ik natuurkunde erg euk en interessant en bij dit vak was dat precies weer zo. Ik raad aan dit vak te volgen als je interesse hebt in hoe en waarom dingen bewegen of als je meer wilt weten over het gekke en fabelachtige concept relativiteit.

De werkdruk van dit vak moet alleen niet worden onderschat. Van te voren werd mij verteld dat het een lastig vak was en dat is niet helemaal onwaar. Er wordt vrij veel behandeld in een korte tijd en voor een aantal van de concepten moet je echt even goed te tijd nemen om ze te snappen. Dit is geen makkelijk vak. Dat gezegd, is het goed te doen als je er de tijd voor neemt en wordt je erg goed begeleid tijdens de werkcolleges. Dit jaar waren we met een kleine groep van ongeveer 15 studenten, waardoor er vrij veel contact was met de docent en TA’s wat erg fijn was.

Als je interesse hebt in bewegingen en de ideeën van Einstein zou ik je zeker aanraden om dit vak te volgen.

Year 2

Beslissingstheorie


Guus van Daal, AM, 2020-2021

Hee, ik ben Guus van Daal, een derdejaars wiskunde student. Als keuzevak heb ik in het derde kwartaal van het collegejaar 2020/2021 Decision Theory gevolgd.

Voor dit vak heb je relatief (kijkende naar andere keuzevakken) weinig voorkennis nodig. Je moet zeker wat kennis bezitten over kansberekening en statistiek, maar het zijn maar een paar specifieke onderwerpen van deze vakken die je bij Decision Theory zult zien terugkomen. De basis van kansberekening en een goed begrip van conditionele kansen zijn wel van belang. En van statistiek komt voornamelijk de regressie weer terug. Maar tijdens Decision Theory worden deze onderwerpen nog goed herhaald.

Het vak wijkt qua structuur af van het ‘typische’ wiskunde vak. Het is namelijk niet een college-instructie-tentamen structuur, maar Decision Theory werkt projectmatig. Je krijgt vier verschillende projecten voorgeschoteld, waar je voor elk project ongeveer tweeënhalve week de tijd hebt om het af te maken. Je kunt de projecten zowel in je eentje als met één iemand anders doen. Eerst krijg je een aantal lezingen waarin de stof wordt behandeld en er zijn ook werkcolleges waar je je project of inhoud gerelateerde vragen kunt stellen.

Voor elk project krijg je een cijfer en het gemiddelde van alle vier projecten bepaalt je eindcijfer. Aan het einde is er ook nog een mondeling van een uur om te checken of je wel je projecten zelf hebt gedaan en de stof goed begrijpt. Over de volgende vier onderwerpen krijg je een project, allemaal uit het veld van statistiek of kansberekening:

1. Forecasting
2. Inventory managment
3. Expert Judgement
4. Decision Trees/Bayesian Networks

Bij het eerste project leer je verschillende voorspellingstechnieken toepassen, zoals regressie modellen, voortschrijdend gemiddelde en exponentiële afvlakking. Het tweede project geeft je theorie over optimale bevoorrading. Het derde project gaat over het ‘klassiek’ model en hoe je zonder data aan de hand van experts alsnog wetenschappelijke data kunt krijgen. Het laatste project is een echt kansberekening project waarbij je leert hoe je met een grafische structuur verschillende kansen kunt weergeven en hoe je daaraan kan rekenen.

Ik vond het een enorm leuk vak, omdat het niet een standaard wiskunde vak is. Ik durf te claimen dat het het meest toegepaste vak is van de bachelor en dat is iets waar ik warm voor loop. Je ziet meteen wat je praktische invloed is van de wiskunde die je leert in de projecten. Dat je de optie hebt om met iemand samen te werken is ook erg fijn, omdat je dan meer gedaan kunt krijgen en je niet alleen zit te stressen voor de deadlines. Omdat je vier verschillende deadlines hebt, ervaar je wel wat meer constante druk om bezig te blijven voor het vak, maar dat vond ik juist fijn omdat je dan geen achterstanden hoeft bij te werken aan het einde van het kwartaal.

De reader zit jammer genoeg wat minder goed in elkaar, maar mevrouw Nane zei dat ze hieraan zou gaan werken. Verder kan naar mij mening het derde project beter gegeven worden, want dat gebeurt nu via een online module die ik niet zo goed vind werken. Een nadeel kan ook zijn dat er niet veel diepgang in de stof van het vak zit. Je krijgt vier verschillende onderwerpen die redelijk oppervlakkig behandeld worden, maar je krijgt daardoor juist meer te zien wat de toepassing is van de wiskunde die je leert.

Mevrouw Nane is een hele fijne docent en brengt op een fijne wijze de theorie aan je over. Ze is erg toegankelijk voor vragen als je iets niet begrijpt, maar juist ook als je meer diepgang zoekt. Het vak was erg goed te doen en als je je best doet kun je er ook relatief makkelijk een mooi cijfer uitkrijgen.

Geschiedenis van de Wiskunde


Koen an Arem, AM, 2020-2021

Ik ben Koen en zit in mijn 3e jaar van Technische Wiskunde. Ik heb dit vak gevolgd in mijn 3e jaar als deel van mijn minor.

Dit vak heeft in principe geen specifieke voorkennis nodig. Wel is het handig om algemene kennis over wiskunde te hebben, wat voor wiskundestudenten toch wel goed moet zitten. Je leert tijdens dit vak namelijk hoe de wiskunde zich door de jaren heen heeft opgebouwd. Dit gaat van vrij “simpele” dingen, zoals het beginnen van tellen tot de ontdekking van het logaritme. Met dit vak leer je meer over de wiskunde zelf en hoe het is opgebouwd. Dit geeft mooie inzichten in hoe het zich eventueel ook zou kunnen ontwikkelen.

Het vak bestaat uit twee collegeblokken per week met verplichte aanwezigheid. Dit vak bestaat deels uit colleges, maar ook worden er presentaties gegeven door alle studenten. Dit gaat over zelfgekozen onderwerpen, waardoor het makkelijk kan aansluiten bij de interesses van jouzelf. Ook vindt er eens in de één of twee weken een “toetsje” plaats, waarin je een kleine hoeveelheid vragen beantwoord over bepaalde bronnen. Aan het einde schrijf je ook een essay, waarmee je het vak afsluit. Dit gaat over een onderwerp naar keuze, wat erg leuk is.

Het vak heeft in een normale week minder dan de ingeplande 8 uur nodig. In weken rondom je eigen presentaties en voor het schrijven van het essay ben je echter wel weer meer tijd kwijt. Hierdoor kom je uiteindelijk wel rond 8 uur per week uit, hoewel het essay uitgesmeerd kan worden over de tijd, afhankelijk van je eigen planning.

Ik heb oprecht genoten van dit vak. Ik verwachtte eigenlijk niet heel veel van dit vak, aangezien ik geschiedenis altijd wel leuk en aardig vond, maar niet bijster interessant. Omdat het over geschiedenis ging van begrippen waar je elke dag mee in aanraking komt, leer je alleen echt veel meer over de wiskunde dan je zou denken. Dit vond ik erg leuk. Ik zou het vak niet zien als een moeilijk vak en verwacht dat iedere wiskundestudent dit zou moeten kunnen volgen. Daarnaast zou ik dit ook zeker aanraden, omdat het veel meer inzicht geeft in waarom dingen in de wiskunde nu zijn zoals ze zijn.

Filosofie van de Wiskunde


Frederique Hemler, AM, 2020-2021

Ik ben nu tweedejaars student van de bachelor Technische wiskunde en heb dit vak gevolgd als keuzevak in Q3. Voor dit vak is het handig om al wel theoretische wiskundige vakken zoals Algebra 1 en wiskundige structuren te hebben gehad, maar totaal niet vereist. De stof wordt duidleijk genoeg uitgelegd om het te kunnen volgen.

Tijdens dit vak leer je te filosoferen over wiskunde, dit is opgesplitst in twee delen. De eerste helft van de periode filosofeer je over wiskunde, denk aan axioma’s interpreteren en kijk je onder andere naar de verschillende toepassingen van de filosofiën binnen de wiskunde. In de tweede helft van de periode ligt de focus meer op natuurkunde, voornamelijk quantum gerelateerde onderwerpen.

Voor dit vak heb je 4 colleges per week, maar in de praktijk zullen veel van de colleges worden opgevuld met presentaties van medestudenten. De colleges zijn verplicht, je moet ongeveer 80% aanwezigheid hebben. Er is geen tentamen, maar je geeft tweemaal een presentatie (in duo’s of alleen) over een onderwerp naar keuze gerelateerd aan de stof. Aan het einde van het kwartaal schrijf je een essay van ongeveer 10 A4tjes.

Het vak kost vrij veel tijd maar de stof zelf is niet extreem ingewikkeld. In eerste instantie vond ik het fijn om even eens wat minder te worstelen met de stof in vergelijking tot de wiskunde vakken, maar uiteindelijk kwam ik er wel achter dat het toch echt niet mijn ding was, en dan ben je er ineens toch redelijk wat tijd mee kwijt. Ik zou het vak alleen aanraden aan mensen die filosofie echt interessant vinden. Verder bevatte het vak veel meer natuurkunde dan ik had verwacht, dus dat is ook iets om mee te nemen in je keuze.

Systeemtheorie


No testimonials for this elective as of yet.

Voortgezette Statistiek


Pim Keer, AM, 2020-2021

Hallo, ik ben Pim en zit nu in het derde jaar van de dubbele BSc TW/TN. Afgelopen kwartaal heb ik het vak Advanced Statistics gevolgd!

Dit vak is eigenlijk het vervolg op de laatste paar weken van Inleiding Statistiek, toen het over lineaire regressie modellen ging. Deze modellen worden in Advanced Statistics in detail uitgewerkt.

De hoofdvraag die doorheen het hele vak gesteld kan worden is : “Gegeven een dataset en een bijbehorende hoeveelheid variabelen, wat is het verband tussen die variabelen?”. Met andere woorden, je leert allemaal gereedschap kennen om data te analyseren. Dit gebeurt zowel theoretisch in de colleges als praktisch in de wekelijkse R-opdrachten. Vooral die R-opdrachten zijn erg nuttig, daar pas je echt toe wat je net geleerd hebt.

Er was in mijn jaar niet echt een vaste indeling qua colleges. De bedoeling was 1×2 uur hoorcollege en 2×2 uur R-computer sessies per week. Ook was er per week 1×2 uur werkcolleges met schriftelijke opdrachten. Soms wisselde de docent echter de werkcolleges en hoorcolleges om, of soms had je dan een hoorcollege meer in een week. Los daarvan ben je nog zo’n 4-8 uur per week kwijt aan zelfstudie (hier zit ook de tijd bij voor de R opdrachten, die moet je inleveren iedere week en dat telt voor 30% mee voor je eindcijfer. De overige 70% was in mijn jaar een mondeling eindtentamen). Merk op dat ik niet naar de computersessies ging, dus als je dat wel doet kan je dat van je zelfstudie aftrekken want dan maak je de R assignments daar voor een groot deel.

Het was een erg leuk vak. Ik vond het heel toegepast; je leerde eigenlijk een nieuwe skill: data analyse, i.p.v. nieuwe stof. Het is niet alleen een exacte wetenschap, maar het is ook een kunst. Ook is het heel breed toepasbaar, zo goed als ieder vakgebied maakt gebruik van data analyse. De docent Nestor Parolya was enthousiast en legde alles duidelijk uit! De TA Victor Ryan was verantwoordelijk voor de R opdrachten en gaf goede feedback.

Ik zou zeggen dat dit vak erg goed aansluit op Inleiding Statistiek, maar toch ook heel erg anders is; minder formeel in zekere zin. Het is ook altijd heel duidelijk in te beelden, waardoor je makkelijk een goede intuïtie krijgt voor de stof.

Dus, wil je iets meer over lineaire regressie en zo een goed beeld krijgen van data wetenschap/analyse kan ik dit vak zeker aanraden!


Pauline Huisman, AM, 2020-2021

Hi! My name is Pauline and I am a third year Applied Mathematics student. In my third year I have followed the course Advanced Statistics.

If you want to follow this course, I would advice you to also follow the course Introduction to Statistics, because the course Advanced Statistics continues from where the introduction course stopped. In the introduction course there also already was an introduction on the program R and you have to work with this program again in this course.

In the course Advanced Statistics you learn about statistical methods and models used for multivariate data analysis with linear models. This continues from the introduction course, since now you are going to work with regression models with multiple independent variables who are related to the dependent response variable.

You also learn how you can apply these statistical methods to a data set by using the program R. You have to make an assignment about this every week. The mean of the 5 best of the 6 assignments count for 30% to the grade.
Every week there are also a set of exercises available which you can try.

Each week you have a lecture, an exercise class and two computer labs. In the exercise class the set of exercises of the week before is explained. In the computer labs the R assignment of the week before is explained and you can work on the new R assignment and ask questions about it.

I liked the course Advanced Statistics. Through this course I learned to work much better with R and found it interesting to get an idea of how data analysis works using statistical methods.

Since you have to submit an assignment every week, you can really keep up with the course, which I of course really liked. I also liked that both the exercises in the exercise classes and the R assignments in the computer labs are explained well and there was enough time to ask questions. That’s why I didn’t find this course too difficult and think that the course is doable if you try to complete the exercises.

If you liked the course Introduction to Statistics and you want to learn more about working with R, I definitely recommend the course Advanced Statistics!

Toegepaste Algebra


Gert, AM, 2020-2021

Hoi! Ik ben Gert, een tweedejaars wiskunde student aan de TU Delft. In Q3 van mijn tweede jaar heb ik het vak Applied Algebra gevolgd.

Voor het vak Applied Algebra moet je Algebra 1 zeker gevolgd hebben, aangezien een groot deel van het vak hierop verder gaat. In Applied Algebra leer je coderingstheorie, hierbij probeer je codes te ontwerpen die efficient fouten kunnen detecteren en verbeteren. Om deze codes te begrijpen heb je kennis nodig van eindige lichamen.

Het vak begint met een introductie van coderingstheorie, vervolgens herhaal je Algebra 1 en ga je verder in op eindige lichamen. Dit is allemaal voorbereiding om uiteindelijk cyclische codes te bestuderen en construeren. Een veelgebruikt praktisch voorbeeld is de manier waarop CD’s worden gecodeerd. Dit zul je dan ook leren begrijpen.

Applied Algebra bestaat uit iedere week 2 colleges en 2 werkgroepen. Tijdens de werkgroepen krijg je alle gelegendheid om je vragen te stellen. Het tempo van Applied Algebra ligt redelijk hoog, iedere week krijg je vrij veel opdrachten. Deze opdrachten zijn in het algemeen goed te doen, maar het zijn er veel.
Ik vond het vak Applied Algebra leuk en relevant. Als je affiniteit met Algebra hebt is het leuk om dit vak te volgen. Naast dat je dieper de theorie in gaat leer je het ook gaaf toe te passen. Zelf vond ik de vindingrijkheid van sommige theorems die worden geintroduceerd indrukwekkend. Coderingstheorie vond ik erg interessant, wel vind ik het jammer dat er niet meer aandacht aan cryptografie besteedt wordt. Dit werd kort in het laatste college gegeven, door gebrek aan tijd.
Het vak was qua moeilijkheid gemiddeld voor een 6 punts kwartaal vak. Het vereist wel veel tijd, de werkdruk is vergelijkbaar met Algebra 1. Desalniettemin is het vak erg interessant en raad ik het aan. Een groot pluspunt is dat Joost de Groot het vak geeft. Joost geeft het vak super goed en neemt alle tijd om mensen te helpen.


Duuk Sikkens, AM, 2020-2021

Hey medestudenten, ik ben Duuk, ik doe momenteel het tweede jaar van de Technische Wiskunde bachelor en ik ben gevraagd om wat te schrijven over het vak Applied Algebra: Codes and Cryptosystems dat ik gevolgd heb. Dit is één van de keuzevakken waaruit wij in het tweede jaar in Q3 mogen kiezen.

De focus van dit vak ligt heel sterk op het ‘Codes’ gedeelte, en niet op het ‘Cryptosystems’ gedeelte. Coderingstheorie bestaat uit twee gerelateerde onderdelen: Foutdetectie en foutverbetering. Het idee is dat als er berichten worden verstuurd over een kanaal (denk dan bijvoorbeeld aan een whatsapp bericht dat over het internet wordt verstuurd), dat dit kanaal niet 100% zuiver kan zijn. Hierdoor kunnen er fouten ontstaan in het bericht (bij een bericht kan je denken aan een reeks éénen en nullen, een fout is dan bijvoorbeeld een 1 die omslaat naar een 0). Het zou mooi zijn als wij dit soort fouten kunnen detecteren en zo mogelijk verbeteren, coderingstheorie stelt ons daartoe in staat.

Om fouten te detecteren zijn verschillende wiskundige constructies bedacht. Één van deze constructies is de lineaire code. Zoals de naam impliceert is deze constructie gebaseerd op lineaire algebra, dit is dus voorkennis die je nodig zal hebben voor dit vak. Wat vooral belangrijk is is dat je comfortabel bent met matrices rij reduceren en testen of vectoren lineair onafhankelijk zijn. Een andere constructie die de coderingstheorie ons biedt is de cyclische code, deze constructie vindt een grondslag in Algebra. Algebra I is dus ook voorkennis voor dit vak, voornamelijk zulle cyclische groepen naar voren komen. De cyclische code is gebaseerd op de theorie van lichamen (= field in het engels) . Joost zal uitgebreid de tijd nemen om lichamen en ringen aan jullie uit te leggen, dus als je Algebra I leuk vond en benieuwd bent naar andere algebraïsche structuren dan groepen is dit vak zeker een aanrader.

Voor dit vak zijn er 2×2 uur werkcolleges en 2×2 uur hoorcolleges in een week. De werkdruk is dus hoger dan de andere drie vakken die je in Q3 zal volgen (modelleren 2B, PDE en Numerical methods), maar dit zal het geval zijn onafhankelijk van welk keuzevak je neemt, omdat alle keuzevakken vergelijkbaar geroosterd zijn.

Ik heb erg genoten van dit vak. Joost is erg didactisch dus de hoorcolleges waren altijd goed te volgen. Ook is de brightspace pagina van dit vak zeer georganiseerd. Met online onderwijs wordt dit zeer geapprecieerd. Het vak begin vrij eenvoudig, in de eerste paar weken is het vooral gewend raken aan codes en leren wat lineaire codes zijn. Vanaf het moment dat cyclische codes worden geïntroduceerd en de eerder besproken nieuwe algebraïsche structuren worden uitgewerkt wordt het moeilijker, maar wel erg interessant.

Markov Processen


No testimonials for this elective as of yet.

Year 3

Mathematische Fysische Modellen


Rick van Weelden, AM, 2020-2021

Hey! Ik ben Rick en zit in het derde jaar van de bachelor Technische Wiskunde. In Q3 heb ik het keuzevak Mathematical Physical Models gevolgd.

Bij dit vak krijg je een introductie tot een aantal onderwerpen uit de continuümmechanica. Het doel van het vak is om wiskundig (partiële) differentiaalvergelijkingen af te leiden aan de hand van een aantal bekende wetten uit de natuurkunde. Hierbij kun je denken aan behoudswetten, de wetten van newton, de wet van Fick en nog veel meer. Door een aantal van deze wetten te combineren met een wiskundig model zul je een deel van de volgende onderwerpen van begin af aan gaan ontdekken: warmtestroming, golfvergelijking van een snaar, geluid en gassen, stroming van vloeistoffen, deformaties van objecten en de ontwikkeling van populaties van bijvoorbeeld dieren.

De inrichting was als volgt. In de eerste 4 weken zijn er wekelijks 3 hoorcolleges en 1 werkcollege, dit wordt gegeven door Bernard Meulenbroek. In de laatste 3 weken zijn er wekelijks 3 hoorcolleges, maar geen werkcolleges. Dit is op aanvraag wel mogelijk. Dit stuk wordt gegeven door Johan Dubbeldam.

Ieder onderwerp wordt in ongeveer 3 hoorcolleges behandeld. Tijdens de hoorcolleges worden de partiële differentiaalvergelijkingen afgeleid en worden er een aantal (reken)voorbeelden uit het boek behandeld. Daarna kun je zelf aan de slag met een aantal opdrachten uit het boek en de bijbehorende opdrachten voor een cijfer.

Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de cijferopdrachten en een mondeling. Bij de cijferopdrachten kun je een mix verwachten tussen rekenopdrachten en opdrachten waarbij je zelf een afleiding moet geven voor een partiële differentiaalvergelijking. Om deze opdrachten te kunnen maken is wel wat voorkennis vereist, zoals de integraalstellingen uit analyse 2, het oplossen van PDV’s en wat lineaire algebra technieken. Uiteraard wordt ook het een en ander herhaald. Een deel van de differentiaalvergelijkingen ben je in ieder geval al tegengekomen bij PDE.
Ikzelf vond het een leuk, maar lastig vak. Het boek vond ik aan het begin vrij moeilijk te volgen, omdat er heel wat details worden achtergelaten. Na de hoorcolleges en wat zelfstudie is het makkelijker te lezen. De hoorcolleges zijn dus zeer belangrijk om te volgen. Gelukkig werden ze dit jaar opgenomen. Daarnaast zijn de opdrachten uit het boek wat cryptisch geformuleerd. Wellicht dat dit voor de natuurkundigen normaal is. Met behulp van de (beknopte) antwoorden en wat vragen tijdens de werkcolleges kom je hier hopelijk wel uit.

Achteraf was het vak goed te doen. Rond de 12 studenten hebben het vak gevolgd en afgerond. Meestal haalt iedereen het. Dus lijken jou de bovenstaande onderwerpen interessant? Heb je interesse in natuurkunde? En wil je weten waarom vliegtuigen nou eigenlijk vliegen? Dan raad ik het vak zeker aan! Het blijkt ook nog eens nuttig te zijn voor de modelleervakken in de master.


Sam de Jong, AM, 2020-2021

Mijn naam is Sam de Jong en ik ben een derdejaars student technsiche wiskunde. Dit vak heb ik gevolgd in mijn derde jaar.

Het enige vak wat ik aanraad om te volgen voordat je dit keuzevak kiest is partiele differentiaalvergelijkingen. Bij Mathematical & Physical Models komen genoeg partiele differentiaalvergelijkingen aan bod. Deze hoef je niet te kunnen oplossen, maar de voorkennis is wel handig om paraat te hebben.

Tijdens dit vak worden verschillende differentiaalvergelijkingen herleid. Het begint rustig met de warmte- en golfvergelijkingen, maar eindigt bij de pittige Navier-Stokes vergelijkingen. Verschillende fysische processen worden uitgelegd en wiskundig herleid naar verschillende vergelijkingen.

Dit vak heeft 3 hoorcolleges per week, en optioneel 1 werkcollege erbij. De 3 hoorcolleges gaan op een hoog tempo en het kost dus best wel wat tijd om dit vak te volgen. Er zijn inleveropdrachten die je kan maken, en deze kosten ook flink wat tijd boven op de tijd die je voor je colleges moet vrijmaken. Officieel is het een 6EC vak, maar het voelde eerder als een 8EC vak.

De toetsing van dit vak is een mondeling en de inleveropdrachten die je maakt. Beide tellen voor de helft mee van je uiteindelijke cijfer. Op het mondeling worden ook nog korte vragen gesteld over je inleveropdrachten, zoals dingen die je verkeerd doet.

Ik vond het vak erg leuk om te volgen. Het kost zeker wel veel tijd, maar de fysische kennis die je opdoet is het zeker waard. Ik had verwacht om veel verschillende modellen te leren van hoe processen beschreven worden en dit is precies wat ik heb gekregen. Het is ook wel een moeilijk vak, omdat wij als wiskundigen natuurlijk niet alle fysische kennis hebben die soms nodig is. De twee docenten, Johan Dubbeldam en Bernard Meulenbroek zijn ook erg fijn. Voor iedereen die geïnteresseerd is in de mathematische fysica is dit vak zeker een aanrader!

Logica


Lucy Westerweel, AM, 2020-2021

Mijn naam is Lucy en ik ben nu bezig met mijn derde jaar technische wiskunde. Ik heb mijn minor verplaatst naar mijn vierde jaar om in het derde jaar een aantal vakken in te halen. Ik heb logica als keuzevak gekozen omdat het in het eerste semester gegeven wordt in plaats van in het derde waardoor ik de twee derdejaars keuzevakken kon spreiden.

Handige voorkennis voor dit vak is wiskundige structuren, zodat je wat basis wiskunde begrippen en concepten al weet en begrijpt. Verder is dit een volledig nieuwe soort wiskunde die je leert en is er geen andere voorkennis nodig.

Bij logica leer je hoe je dingen op een formele manier bewijst. Dit gaat natuurlijk over wiskunde en getallen, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan over eigenschappen van mensen of auto’s. Verder ga je dieper in op wanneer deze (steeds uitgebreidere) statements wel of niet waar zijn en wat voor eigenschappen ze hebben. Tenslotte ga je kijken naar de natuurlijke en reëel getallen, hoe je deze kan uitbreiden naar oneindig groot en klein en wat je daar allemaal mee kan bewijzen.

Dit is een semester vak en bestaat uit twee colleges per week. Er zijn geen werkcolleges, maar er zijn wel huiswerkopdrachten waar je feedback op kan krijgen. De eerste drie hoofdstukken van het boek worden tijdens dit vak behandeld en het boek wordt nauw gevolgd.

Ik vond dit voornamelijk een moeilijk vak, omdat het gaat over abstracte concepten en omdat je vaak creatief moet zijn met het zoeken naar oplossingen. Dit was moeilijk maar was soms ook juist een leuke peuzel die je moest oplossen. Het leuke van het vak vind ik dat je leert hoe je dingen uit het alledaagse leven kan omzetten in wiskunde en die kan oplossen en kan bewijzen.

Ik raad aan dit vak te volgen als je wel houdt van een uitdaging en het leuk vindt om de algemene structuren van wiskunde te begrijpen om te gebruiken bij verschillende toepassingen.


Sean Camps, AM, 2020-2021

Ik ben Sean, een derdejaars technische wiskunde student. Ik heb dit vak in mijn derde jaar gevolgd als een van mijn keuze vakken.

Voor dit vak is geen voorkennis nodig. Tijdens het vak zul je kennis maken met axioma systemen en hoe je deze gebruikt om bewijzen op te stellen. Belangrijke punten zijn hier bij de verschillende stelling van Gödel en nonstandaard Analyse. Je hebt twee colleges in de week en daarnaast wordt verwacht dat je een lijst van opdrachten doorwerkt.

Logic is een erg diepgaand en interessant vak om te volgen als je van de rigoureuze wiskunde houdt. Je begint namelijk met een simpel systeem wat steeds uitgebreid wordt totdat je bij Peano’s axioma systeem uitkomt. Het vak is wel vrij abstract en kost daarom wat extra moeite om te begrijpen wat er exact gebeurt.

Numerieke Methoden 2


Yara Lottering, AM 2012/2022

Ik ben Yara, een 3e jaars bachelor TW student en heb dit vak gevolgd voor mijn 3e jaars keuzevak.

Numerieke Wiskunde 2 is een letterlijk vervolg (en veel herhaling) van Numerieke Wiskunde 1. Het is een uitbreiding op het allerlaatste hoofdstuk van Numerieke Wiskunde 1, waarbij ze partiële differentiaalvergelijkingen numeriek gaan oplossen. Tijdens dit kwartaalvak wordt er van je verwacht dat je een project maakt met zijn tweeën, dit kan tijdens de 2 instructiecolleges. Dit project sluit heel goed aan bij de lectures die ook 2 keer per week worden gegeven. Er zijn ook elke week exercises die je kunt maken en die later ook op het tentamen gevraagd worden.

Ik vond het vak zelf heel leuk en uitdagend. De professor die het geeft kan erg goed uitleggen wat de fysische aspecten zijn van een wiskundige vergelijking. Als je Numerieke Wiskunde 1 interessant vond, is dit zeker een leuk keuzevak om te kiezen!


Joep de Jong, AM, 2020-2021

Hallo, mijn naam is Joep de Jong en ik ben een derdejaars TW-student. In het derde kwartaal van dit jaar heb ik Numerical Methods 2 als keuzevak gevolgd.

Numerical Methods 2 is het vervolg op Numerical Methods 1. Het vak wordt gegeven door Martin van Gijzen. Martin is een hele aardige en grappige man. Voor Numeriek 1 had ik niet een enorm hoog cijfer, maar in de eerste colleges werd een klein deel van Numeriek 1 herhaal waardoor het vak goed te volgen was. Het vak gebruikt een ander boek dan Numeriek 1, maar het is wel handig beide boeken te hebben.

De opbouw van het vak is erg duidelijk. Eerst leer je over methoden die je kan gebruiken voor het oplossen van lineaire stelsels, vervolgens wordt duidelijk dat die methoden niet in alle situaties werken en leer je een aantal methoden die goed werken op niet-lineaire stelsels. Je leert bijvoorbeeld ook wat je moet doen op de randen, de oplossingen daar zijn naar mijn idee redelijk intuïtief, vooral als je een plaatje maakt. De colleges waren goed te volgen, en als iets niet duidelijk is kan je het altijd vragen aan Martin of de TA’s.

Naast alle colleges ben je bij dit vak ook veel bezig met een project. Bij ons werd het project in twee- of drietallen gedaan. Je kreeg wekelijks een aantal opdrachten die aansloten op de in die week geleerde stof (het is dus handig om bij te blijven). Een deel van de opdrachten in het project was theorie, en een ander deel was implementatie in MATLAB. Het uiteindelijke doel van het project was het scherper maken van een MRI-plaatje/het zoeken naar de stationaire oplossing.

Het vak rond je af met een mondeling. Ik zat er erg tegenop, maar uiteindelijk viel het mee. Tijdens de colleges zegt Martin af en toe dat hij ergens sowieso vragen over gaat stellen tijdens het mondeling, handig dus om die punten op te schrijven. Verder ging tijdens het mondeling ook een deel van de vragen over het project, om te controleren of je begreep wat je daar had uitgespookt.

Ik vond het vak erg leuk, vooral de combinatie tussen de stof en het project was interessant. Wat mij betreft is het vak een aanrader!


Myrthe van Loenen, AM, 2020-2021

Hallo, mijn naam is Mirte en ben momenteel het derde jaar van mijn bachelor TW aan het afronden. In Q3 van mijn derde jaar heb ik numerieke methoden 2 gevolgd.

Natuurlijk is het de bedoeling dat je eerst numerieke methoden 1 volgt. Numerieke methoden 2 bouwt hier direct op verder. Ook is het handig als je potentiële differentiaalvergelijkingen hebt gevolgd, aangezien dat de vergelijkingen zijn waar je numerieke methoden op toe zal passen.

Vanaf het eerste college krijg je te maken met een toepassing van numerieke methoden. Bij ons was dat het filteren van medische scans. Over deze toepassing maak je een project gedurende het hele kwartaal. Dit doe je in groepjes van maximaal 2 studenten en in Matlab. Elke week zijn er 2 colleges en 2 werkcolleges. Tijdens de werkcolleges kan je ook vragen stellen over het project (bijv. over Matlab). De deelvragen van het project en de colleges zijn heel helder op elkaar afgesteld en er zijn ook huiswerkopgaven beschikbaar.

Aan het einde van het kwartaal is er een mondeling. Dit gaat over het project en vooral over de geleerde stof. Ik had nog geen mondelinge overhoring gehad bij wiskunde, maar ik vind het erg goed passen bij het vak.
Omdat je vooral met een projectpartner samenwerkt, zal dat ook bepalen hoeveel tijd dit vak in beslag neemt. Als je goed samenwerkt en bijloopt ben je nog redelijk weinig tijd kwijt. Ook scheelt het veel zelfstudietijd als je het project goed maakt.

Ik koos dit vak omdat ik numerieke methoden 1 mild interessant vond en het geen kwaad kan om zeer toepasbare methoden te leren. Door corona werden alle vakken online gegeven, dus ik had geen hoge verwachtingen. Het vak bleek vervolgens erg leuk te zijn, omdat alles wat je leert te maken heeft met je project of een andere toepassing. Normaal loop ik niet bij met vakken (en zeker niet sinds covid), maar omdat ik een projectpartner had was het toch altijd leuk en waardevol om live de colleges te kijken. Hierdoor was het leren voor het mondeling ook een stuk makkelijker. Dit project vond ik ook leuker dan het project bij numerieke methoden 1.

Als je numerieke methoden interessant vindt, raad ik het vak numerieke methoden 2 zeker aan.


Sam de Jong AM, 2020-2021

Mijn naam is Sam de Jong en ik ben een derdejaars student technsiche wiskunde. Dit vak heb ik gevolgd in mijn derde jaar.

Logischerwijze is Numerical Methods 2 een belangrijk vak om te volgen voordat je dit vak doet. Vanwege de computeropdracht die over partiele differentiaalvergelijkingen gaat raad ik ook aan om dat vak te volgen. Dit laatste vak is echter niet zo erg nodig als Numerical Methods 1.

In dit vak leer je nieuwe numerieke methoden om verschillende problemen op te lossen. De focus ligt vooral op problemen met meerdere onafhankelijke variabelen. Je doet ook een practicum opdracht waarin je in MatLab gaat sleutelen aan een partiele differentiaalvergelijking.

Er zijn 2 hoorcolleges en 2 werkcolleges per week. Voor de werkcolleges is er tijd om aan je project te werken. Als je steekt alle tijd die je in de werkcolleges krijgt aan het project, en dus geen tijd aan de andere opdrachten die je kan maken, dan hoef je er buiten de werkcolleges om geen tijd aan te besteden. Er is weinig uitdagende stof in de hoorcolleges, dus dit neemt ook niet veel tijd in beslag. In totaal is dit een 6EC vak, maar het voelde voor mij als een 4EC vak.

De toetsing van dit vak is een mondeling die 8 punten meetelt. De resterende 2 punten is het project. Op het mondeling worden er 5 van de 8 punten gegeven over de algemene stof. De andere 3 punten zijn vragen over je project, waardoor je product dus eigenlijk 50% meetelt voor je eindcijfer.

Ik vond de inhoud van het vak erg leuk. Het vak zelf wordt gegeven door Martin van Gijzen en hij is zeker een fijne docent om te hebben. Bij dit vak verwachtte ik een uitbreiding en nieuwe kennis over allerlei verschillende numerieke methoden, en dat is precies wat je krijgt. Het vak is niet erg moeilijk, maar dat ligt er natuurlijk aan of je numerieke analyse in het algemeen moeilijk vindt. Stel je vindt Numerical Methods 1 leuk en wilt meer leren, dan zou ik zeker Numerical Methods 2 aanraden om te volgen!

Combinatorische Optimalisatie


Lucy Westerweel, AM, 2020-2021

Mijn naam is Lucy en ik heb dit vak gevolgd als keuzevak in mijn derde jaar technische wiskunde.

Er is wat algemene wiskundige voorkennis nodig om dit vak goed te kunnen volgen, wat je voornamelijk bij wiskunde structuren leert. Hoewel het vak combinatorial optimization heet, is het tweedejaars vak optimization geen vereiste voorkennis, omdat dit vak voornamelijk over graaf theorie gaat. In het begin leer je alle basics over graaf theorie, die je later toepast bij het behandelen van een aantal belangrijke theorems die gebruikt kunnen worden bij optimization.

Dit vak bestaat uit twee of drie colleges per week en een of twee werkcolleges. Dit lag een beetje aan of het de docent lukte om alle stof tijdens de twee colleges uit te leggen. Tijdens de werkcolleges konden er vragen gesteld worden aan de docent die hij dan classicaal uitlegde. Ook legde hij opgaven uit die hij belangrijk vond.
Er is een boek beschikbaar, maar deze werd niet echt gevolgd door de docent. Alle stof kan in het boek teruggevonden worden, maar ik heb het boek zelf niet echt gebruikt.

De tijd die ik nodig had om te studeren verschilde een beetje per week, soms was het veel stof soms wat minder, maar verder vond ik de studielast prima voor een vak van 6 studiepunten.

Graaf theorie is een ander soort wiskunde dan ik tot nu toe gewend ben, en daarom vond ik het best wel een leuk en interessant vak. Het enige jammere vond ik dat we niet een toepassing van optmization hebben gezien of hebben behandeld, omdat ik dit wel had verwacht en leuk had gevonden.

Vooral aan het einde van het vak werd de stof best ingewikkeld omdat de concepten vrij abstract zijn, maar ik vond het niet te moeilijk voor een derdejaars vak.

Voortgezette Kansrekening


Pim Keer, AM, 2020-2021

Hoi, ik ben Pim en zit nu in het derde jaar van de dubbele BSc TW/TN. Het vak Advanced Probability heb ik in mijn tweede jaar (Q3) gevolgd.

Om dit vak makkelijk te kunnen volgen raad ik aan om Introduction to Probability Theory (AM1080) (op je basiskennis kansrekening wordt hier zeker voortgebouwd) en Real Analysis (AM2090) (vooral het tweede deel over maattheorie is absoluut nodig; de kansrekening is eigenlijk volledig gebaseerd op maattheorie).

Zoals eerder gezegd, in dit vak wordt er een formele structuur gegeven aan kansrekening met behulp van maattheorie. Zo kunnen er ook veel meer abstracte problemen opgelost. Er komen bijgevolg ook heel wat nieuwe, uitdagende, maar ook vooral krachtige concepten bij kijken (Borel-Cantelli, Kolmogorov 0-1, …). Naast deze “droge” wiskunde komen er ook een aantal interessante toepassingen langs (percolatie, DNA-reeksen, …). Op het einde komen ook wat meer geavanceerde onderwerpen aan bod (zoals kansmetrieken, coupling en de Stein-Chen methode).

In mijn jaar waren er 2×2 uur hoorcollege en 2×2 uur werkcollege per week. Bovenop deze contacturen kan je denk ik nog 4-8 uren per week aan zelfstudie toevoegen. Daarin inbegrepen zit ook de tijd die je nodig hebt voor de assignments (deze tellen voor een bepaald percentage mee, naast het eindtentamen; waar ook de nodige tijd in zal zitten).

Ik vond het een heel leuk vak. Allereerst was de stof heel erg interessant en kreeg je een duidelijk beeld van hoe kansrekening relevant kon zijn. Het vak is langs de ene kant wat je verwacht; geavanceerde onderwerpen in de kansrekening. Langs de andere kant ga je ook terug naar de basis (en bouw je die dus opnieuw op in een nieuw framework). Ten tweede waren zowel de docent (Alessandra Cipriani), als de TA (Andrea Bertazzi) heel attent, enthousiast, bereikbaar en hadden ze veel kennis over het onderwerp.

Aangezien Reële Analyse nog vers in het geheugen lag bij mij, was het een hele natuurlijke overgang. Desalniettemin was het soms lastig om sommige concepten te begrijpen. Soms was dit echt een heel lastig, conceptueel wiskunde vak. Maar ook dat maakte het weer leuk en uitdagend.

In conclusie, ik denk dat het een uitdagend, leerzaam en heel leuk keuzevak is. Ik raad het dan ook zeker aan. Mocht je verder willen in de kansrekening, dan is dit een hele goede start.

Fourieranalyse


Koen van Arem, AM, 2020-2021

Ik ben Koen en zit in mijn 3e jaar van Technische Wiskunde. Ik heb dit vak gevolgd in mijn 3e jaar als deel van mijn minor.

Als voorkennis is het vak Reële Analyse wel echt nodig. Verder zijn ODE en PDE wel fijn om te hebben gehad, aangezien je daar al in aanraking bent geweest met enkele begrippen.

In dit vak leer je namelijk de theorie achter Fourierreeksen en Fouriertransformaties, welke toepassingen hebben in ODE en PDE. Je bouwt de theorie op vanaf de definities en kijkt wanneer er bepaalde acties gerechtvaardigd zijn.
Het vak is een 6 EC vak, wat je volgt in een semester. Hierdoor zou je 1 dag per week eraan kwijt moeten zijn, wat naar mijn ervaring ook het geval was. Je hebt namelijk 1 college en 1 werkcollege per week. Hierbuiten ben je nog bezig met de opgaves.

Ik vond het vak erg leuk, omdat het rechtvaardiging geeft voor acties die in andere vakken gedaan worden. Zo is de Diracdelta functie eigenlijk geen functie, maar leer je in dit vak waarom je er wel mee kan werken.

Mijn verwachting van het vak was dat het ging over het toepassen van begrippen van Reële Analyse op Fourierreeksen en Fouriertransformaties. Dit bleek ook het geval te zijn. Verder was het vak prima te doen, maar niet altijd even makkelijk. Hierdoor was het wel nodig om er genoeg tijd in te steken.

Ik zou het vak aanraden aan anderen, mits ze de grote lijnen van Reële Analyse snappen. Wanneer iemand hier erg veel moeite mee heeft, zal het een moeilijk vak worden.


Sean Camps, AM, 2020-2021

Ik ben Sean, een derdejaars technische wiskunde student. Ik heb dit vak in mijn derde jaar gevolgd als een van mijn keuze vakken.

Fourier Analysis gaat over Fourier reeksen en de Fourier transformatie. Deze zijn al bij Partial Differential Equations behandeld en daarom gaat het bij dit vak vooral om de formele definities en het bewijs van een aantal belangrijke stellingen binnen de Fourier Analyse. Het vak heeft één college en één werkcollege per week. Omdat er een werkcollege in de structuur zit, is dit vak een stuk rustiger dan andere keuzevakken in het eerste semester.

Dit vak werd voornamelijk op het einde interessant met de introductie van tempered distributions. Ik raad dit vak aan voor mensen die graag nog meer willen weten over de mogelijkheden van Fourier Analyse of gewoon simpelweg op zoek zijn naar een rustig keuzevak in het eerste semester.


Pim Keer AM, 2020-2021

Hoi, ik ben Pim en zit nu in het derde jaar van de dubbele BSc TW/TN. Het vak Fourier Analysis heb ik in mijn derde jaar (Q1+Q2) gevolgd.

Voor dit vak is Reële Analyse (AM2090) een must. Vooral het tweede deel van Reële Analyse (Lebesgue integratie, etc.) wordt veel gebruikt. Ook is Complexe Functietheorie (AM2040) nuttig, maar je gaat het niet echt heel veel nodig hebben in het vak.

Dit vak gaat eigenlijk verder in op de laatste paar colleges van Reële Analyse. Het eerste kwartaal gaat over Fourier reeksen (en alle zaken die daarbij komen kijken; convergentie, toepassingen op PDVs etc.). Dit eerste deel is heel vergelijkbaar met Reëel. Het tweede kwartaal behandelt de Fourier transformatie. Hier worden de analytische grondslag gevormd voor het beschrijven van Fourier transformatie op allerhande soorten functies. Ook worden distributies (tempered distribution) gedefinieerd. Dit is een relatief abstract, maar ook heel interessant, onderdeel op het einde van het vak.

De inrichting was 1×2 uur hoorcollege en 1×2 uur werkcollege. Daarnaast had je nog een 2-4 uur per week aan zelfstudie. Het is een “rustiger” semester vak, wat je misschien het best kan vergelijken met Algebra 1 of Numerieke Methoden 1 qua werkdruk.

Het was een heel erg leuk vak. Fourier analyse komt in zoveel vakgebieden voor (en het is misschien al voorgekomen in eerdere vakken, zoals PDV). Omdat ik ook natuurkunde doe is alles met Fourier al heel vaak voorbijgekomen. Het is daarom leuk om de rigoureuze, achterliggende theorie te ontdekken met dit vak. De docenten (Wolter Groenevelt voor Q1 en Manuel Gnann voor Q2) wisten waar ze het over hadden en konden alles helder uitleggen. Dit geldt trouwens ook voor de TA (Max Sauerbrey) (alleen Q2; Wolter deed de werkcolleges in Q1). Als je van Reëel houdt dan is dit vak ook zeker iets voor jou.

Toen ik aan het vak begon had ik niet heel veel verwachtingen. Ik was Fourier al meermaals tegengekomen, maar was wel heel benieuwd wat er nog allemaal over te leren valt. Dit bleek heel veel nieuws te zijn, dus ik was blij verrast.
Ik vond het vak zeker te doen, alles werd duidelijk uitgelegd en het dictaat was heel goed. Door de wekelijkse oefensessies bleef je toch altijd wel redelijk bij. De groep was klein (ca. 8 studenten) waardoor we heel dicht bij de docenten/TA stonden.

Mocht je overwegen om verder te gaan in de Analyse voor je Master, dan raad ik dit vak zeker aan als een voorproefje.


Joep de Jong, AM, 2020-2021

Ik ben een derdejaars Technische Wiskunde student.

Het keuzevak Fourier Analyse heb ik tijdens de minor periode (het eerste semester) van het derde jaar gevolgd. Het was het enige wiskunde vak dat ik op dat moment volgde, verder was ik bezig met een informatica minor.

Het is handig om iets begrepen te hebben van Reële Analyse. Er wordt bijvoorbeeld veel bewezen met Lp-spaces.

Je leert over de eigenschappen van Fourier series: Voor welke functies bestaat een Fourier series? Wanneer convergeert de Fourier series van een functie naar de functie zelf?
Het vak is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel gaat over de theorie op de eenheidscirkel. In het tweede deel wordt dit uitgebreid naar de reële getallen.

Zo’n 4 tot 8 uur. Afhankelijk van hoeveel tijd je voor het werkcollege in de opdrachten wilt stoppen, deze vond ik zelf lastig.

Het vak heeft elke week 1 college en 1 werkcollege. Tijdens het werkcollege werden bij ons de opdrachten (klassikaal) besproken. Het vak werd in het Engels gegeven.

Ik vond het niet een heel leuk vak. Het eerste deel van het vak vond ik wel leuk, maar bij het tweede deel had ik veel moeite met het begrijpen of me er iets bij voor te stellen. Hierdoor vond ik het moeilijk om de opdrachten te maken. Omdat het vak tijdens de minor periode gegeven wordt zijn er erg weinig mensen die het volgen, volgens mij zo’n zeven tot tien. Hierdoor kan je wel makkelijk vragen stellen.

Ik had van Fourier Analyse meer toepassing verwacht, misschien hier en daar wat voorbeelden van hoe het werkt met geluid en beeld. Daarvoor moet je echter zijn bij elektrotechniek. Het ging nu vooral om het bewijzen van de stellingen, ook interessant, maar niet helemaal wat ik had gehoopt.

Zelf was ik er dus niet heel enthousiast over, maar als jij een fanaat bent van vakken als Reële Analyse raad ik Fourier Analyse zeker aan.

Differentiaalmeetkunde


No testimonials for this elective as of yet.

Topologie


Sean Camps, AM, 2020-2021

Ik ben Sean, een derdejaars technische wiskunde student. Ik heb dit vak in mijn derde jaar gevolgd als een van mijn keuze vakken.

Topology begint ongeveer op dezelfde plek als Real Analysis. Een goed idee wat er in de eerste helft van Real Analysis wordt besproken is daarom ook aan te raden. Tijdens Topology leer of je topologiën, dit is een set van alle open deelverzamelingen van een verzameling, en hoe je met alleen open sets veel objecten uit de analyse er mee kan definiëren. Denk hier bij aan continue functies of compactheid. Het vak bestaat uit twee colleges met daarnaast een feedback opdracht per week.

Ik raad Topology aan voor studenten die het eerste deel van Real Analysis interessant vonden. Alhoewel het vak uitdagend is, heb ik er zelf wel van genoten.

Mathematics Seminar


Koen van Arem, AM, 2020-2021

Ik ben Koen en zit in mijn 3e jaar van Technische Wiskunde. Ik heb dit vak gevolgd in mijn 3e jaar als deel van mijn minor.

Bij Mathematical Seminar ga je met een groep een bepaald onderwerp bestuderen, onder begeleiding van een docent die in dit vakgebied werkt. Dit jaar was het onderwerp hoog dimensionale kansrekening. Hiermee hebben we bepaalde begrippen behandeld die bijvoorbeeld veel voorkomen in de data science. Naast dat je inhoudelijk over je onderwerp veel leert, leer je ook veel soft skills. Bij dit vak geven de docenten namelijk geen colleges, maar geef je elkaar colleges. Hierdoor ga je gezamenlijk door het leerproces en leer je daarnaast ook veel over presenteren en les geven.
Dit jaar was het onderwerp hoog dimensionale kansrekening, waardoor de voorkennis in kansrekening wel erg nodig was. Daarna hadden andere vakken zoals Advanced Probability of Martingales wellicht een beetje geholpen. Ik heb deze echter niet gevolgd en dit gaf geen problemen.

Het vak bestond dit jaar uit twee ingeroosterde collegblokken, hoewel de invulling wellicht afhangt van de docent. Bij ons was er ééntje om vragen te stellen over de stof en in het andere collegeblok werd er college gegeven door iemand uit de groep. Hierbij had alleen het laatste verplichte aanwezigheid.

Het vak koste mij in bijna elke week ongeveer 4 uur. De twee keren dat ik zelf colleges moest geven, was dit echter veel meer. Daar ging het al wel makkelijk tegen 20 uur per week en misschien wel meer. Dit kwam wellicht ook wel door mijn eigen slechte planning. In elk geval zal het in de meeste weken niet heel veel tijd kosten en zijn er pieken rondom de momenten van je presentaties.

Ik vond het een leuk vak. Ik merkte wel dat mijn eigen interesses minder liggen bij de kansrekening. Desondanks vond ik het een leuk vak, aangezien ik de onderwijsvorm erg fijn vond en het erg leuk vond om college te geven. Het vak was bijna precies wat ik verwacht had en niet en bij vlagen wel pittig. Over het algemeen was het goed te doen. Maar de principes die voorbij kwamen, waren soms wel moeilijk te begrijpen.

Ik zou het vak zeker aanraden aan anderen, mits het onderwerp enigszins in hun interesseveld ligt. Dit vak is ook zeker een aanrader voor degenen die erover nadenken om het (universitaire) onderwijs in te gaan.


Pim Keer, AM, 2020-2021

Hoi, ik ben Pim en zit nu in het derde jaar van de dubbele BSc TW/TN. Het vak Mathematics Seminar heb ik in mijn derde jaar (Q1+Q2) gevolgd.

Dit vak beslaat ieder jaar een ander onderwerp. In mijn jaar ging het over High-Dimensional Probability. Hier werden bepaalde concepten en resultaten besproken die eigen waren aan de kansrekening met heel veel kansvariabelen. Dit is een relevant vak voor het gebied van, bijvoorbeeld, data-analyse. In dit geval is het dus handig om Introduction to Probability Theory (AM1080) gevolgd te hebben. Daarnaast is Reële Analyse (AM2090) wel handig om gehad te hebben, maar zeker niet noodzakelijk.

Dit vak is anders dan de meeste vakken. Allereerst zijn er meestal maar 5 à 10 studenten die het vak volgen. In plaats van 1 docent die college geeft aan de studenten, bereiden de studenten allemaal 1 of 2 colleges voor over onderwerpen binnen het vakgebied. Zie dus de studenten, samen met de begeleidende docenten (Frank Redig en Elena Pulvirenti), als een soort “onderzoeksgroep” die een bepaald onderwerp uitdiepen. Je wordt beoordeeld (door de docenten en je medestudenten) op de presentaties die je geeft (op inhoud, duidelijkheid, presentatie, …). Er was dus geen tentamen op het einde.

Iedere week is er 1×2 uur college (waarin een student presenteert) en 1×2 uur vragenuur (niet verplicht; daar ga je meestal heen als je zelf een presentatie moet geven en vragen hebt over je stof). Verder neemt het vak niet zoveel tijd in beslag (tenzij je een presentatie moet doen; dan ben je wel redelijk intensief bezig voor een paar dagen voor je college).

Dit vak is dus eens iets compleet anders. Door de kleine groep krijg je echt het idee dat je je samen door het onderwerp heen worstelt. Het presenteren van je onderwerp, en dus het uitleggen aan anderen, is een hele goede manier om iets bij te leren. Je ontwikkel je zowel op inhoudelijk vlak, als op vlak van kennisoverdracht. Ik ben dan ook heel blij het gevolgd te hebben.

De inrichting van het vak laat het ook toe om een relatief ingewikkeld onderwerp te behandelen. De wiskunde was dan ook zeer uitdagend over het algemeen, maar met de hulp van de docenten maakte je echt grote stappen.
Dus, wil je een keer een vak volgen waarin je zelf de stof uitzoekt (stof die je misschien niet zo snel in je standaard curriculum tegenkomt), om die dan over te brengen op je medestudenten, dan is dit een uitermate geschikt vak.

Computer Science Electives

Year 2

Multimedia Variant


Belal Koukouh, CSE, 2019-2020

When I had to choose a variant choose I was hesitating between multimedia and data. I decided that Image Processing sounded like a really interesting course and eventually ended up choosing the multimedia variant.

The first course in the variant is Signal Processing. In this course you will take a look at audio plots just like you see on Soundcloud for example. However, in this course you really delve deep into it and you are going to look at that plotted wave at bit-level. You learn how you can magnify or diminish certain frequencies and also learn about Fourier transformations which I thought was really interesting.

Next we have Image Processing, the course I initially chose the variant for. At the beginning you learn about certain photoshop techniques like adjusting the contrast. Then you do some more crazy stuff like image segmentation. Next you learn about some of the challenges you face in image processing and finally you can apply all your knowledge in a project. The project was really fun in my opinion, you had to find a way to extract serial numbers of cars from a video, which was very exciting.

Finally we have multi media analysis, which was actually my least favorite course out of the three. You learn about the way recommendation algorithms (think Youtube) work for example. Then the next part is about matching certain videos and/or audio for applications like copyright strikes. There is also a part where you use machine learning for image classification. This part was a little similar to image processing. This course also has a final project where you get to choose you favorite of certain problems and you have to solve them using the knowledge you acquired during the course.

Overall I am quite happy I chose this variant and if you are interested in image processing and audio manipulation, I would highly recommend this!

Systems Variant


Andrei Tociu, CSE, 2021-2022

Personally, at the end of my first year of bachelor, I wished to try out something more practical instead of pure programming. Even though I did not feel fully informed about my variant options, a key factor in choosing the Systems track was that all courses had mandatory physical labs with provided hardware, so I was assured I would get as much hands-on experience as possible.

The course taken in Quarter 1 is Digital Systems, which resembles very Computer Organization very much in terms of academic material (eg. boolean logic, logic gates, K-maps); however, it also adds quite some new information and provides new perspectives on the knowledge already gained from CO. For me, the highlight is the hardware lab, where every week you meet in pairs and finish an assignment in one go. The assignment consists mainly of exercises about modeling circuits in VHDL and subsequently uploading them on a board to perform various tasks like counting, lighting up LEDs, etc. Regarding teaching, I found the lectures very well organized and methodically structured, so you always have a clear view of where you stand.

In Quarter 2, the course you take is Embedded Software, during which you learn to program in C. During the lectures, you learn mostly about low-level programming, how it differs from classical programming and the issues it brings along. The first few lab sessions help you get acquainted with C through implementation and debugging exercises, while the second half of the lab is dedicated to the line-following robot project. This second part is the one I found most interesting because you assemble a robot yourself and have full flexibility on how to program it to perform the tasks. As an overview, even though some hardware issues might occur or the lectures are not always properly structured, there is enough support provided to learn and pass the course/lab.

Lastly, Quarter 3 is dedicated to the Operating Systems course, where you still use language C, this time to program a raspberry pi. Even though it is greatly intertwined with Embedded Software, this one focuses more on tools used for operating systems, like threads, processes, concurrency etc. During each lab session you code small programs for tasks like enabling LEDs, performing tasks concurrently etc. I found the lab to be less demanding in comparison to the Embedded Software one, mainly because the exercises are fully documented and quite straight-forward to perform.


Charlotte Eijkelkamp, CSE, 2019-2020

Sadly I was never able to attend an information session planned in one of the general assemblies, so to be fair I was quite clueless considering my variant decision. I remembered enjoying Computer Organization in my first year so I started looking into the courses of the Embedded Systems track. It turned out to be right up my alley, so ES it was.

In the first quarter of year two you start off with Digital Systems. This course for me was really similar to Computer Organization. The similarities were found most in the theoretical part (so the lectures) of the course. Think about logical circuits and state machines.

The biggest difference between CO and DS was the lab. This was also what I personally really liked about DS. Every week you teamed up with your lab partner to make actual physical logical circuits using a breadboard and a hardware modelling language. Giving a more hands-on experience than the CO Assembly lab, this lab was more exciting than CO. All in all, similar to CO, but in my opinion even more engaging.

The variant course in quarter two was Embedded Software. In the lectures we talked a lot about software ran on a low-level piece of hardware and all the complications that come with it. Then there was of course also a lab. First you had to do some C-programming and after you partnered up with somebody to work on a line follower. For this lab you had to do Arduino programming, c programming and a bit of image processing.

Quarter three went by a bit differently than normal, but I can still talk about my on-campus experiences with Operating Systems. The lectures were pretty straight forward and we discussed, as expected, the design of and problems with operating systems. The lab of this course consisted of creating small programs on a raspberry pi. These assignments varied between enabling small LEDs from kernel mode to creating stack exploits.

So for a decision mostly based on me liking CO I was pretty content with the decision I made. I really liked all the courses and especially all the labs that came with them. If reading this made you enthusiastic I would recommend the Embedded Systems track!

Data variant


Max Le Blansch, CSE, 2019-2020

Choosing a variant at the end of my freshman year seemed pretty hard at first, since I didn’t know much about any of the courses of those variants. However, the initial choice was not that hard without looking at the individual courses of the variants. I didn’t like mathematical courses that much, which ruled out the multimedia variant, and Embedded systems being more of the Computer Organisation course didn’t sound so good to me either. The courses of the data variant seemed interesting with Computational Intelligence being kind of related to AI and machine learning stuff.
Having completed all the courses now, I’m glad to say I’m happy with my choice.

The Q1 course of the data variant is Big Data Processing. In this course you learn to process and format data in different ways. You start with a Unix console, followed by Scala and finally spark.
Before this course I wasn’t familiar with any of those. Fortunately, the lab assignments where really good practice and had a good starting level to get used to the new ‘language’. You have to complete the assignments in pairs for a grade which is a nice way to figure out how things work together. The slides and lectures slides are a good backup to find useful information. The final exam of this course was a multiple choice exam which was doable, especially if the completed the lab successfully.

This variant’s course in the second quarter was data mining. This course focusses on the information you can gather (mine) from big data sets. The lab was optional formatted as a competition with the prize being bonus points on your final grade if your solution to the ‘Netflix challenge’ was better than most people’s. The course featured pretty interesting topics which made studying for the final exam a bit easier. For the final exam you needed to know a lot of practical things which is in my opinion better than having to mostly recite definitions and such.

The final course of this variant is Computational Intelligence. This is the course I was looking forward the most when choosing this variant. This course has a project that consists of 3 parts you have to complete as a group of 4. In each part you have to implement different ‘AI’ algorithms to which are each used to solve a different problem that is related to the other problems. This is quite challenging but really fun, especially when you manage to make it work. I cannot say anything about the final exam, since it got postponed to the end of Q4 which I still need to make at the time of writing this.

Year 3

Functional Programming


Laura Pircalaboiu, CSE, 2020-2021

I’m Laura, a third year BSc Computer Science student and I’ve followed this course as one of my electives in the third quarter of my third year.

I think following Concepts of Programming Languages is seen as a pre-requisite for this course, but in my opinion the course can be followed without any background in FP languages (although it helps of course 🙂 ).
I thought the course was really well organized and the material was really interesting and well explained with a lot of examples. You get to learn basic haskell syntax and FP concepts like higher order functions, and then in the later parts of the course more advanced concepts like functors, applicatives and monads, as well as some dabbling into writing computer assisted proofs with Agda.

The course grading this year was half project and half final exam. For the project part I spent a lot of time, the estimation given by the course staff was 30-40 hours (although I did find myself working on it for at least 60).
For the exam studying doing the week-by-week exercises on Weblab really helped, but it was fairly time consuming (time estimate varies between 2-10 hrs per week because of the difference in difficulty).

The course has 2 lectures per week, as well as a checklist on brightspace with additional reading and material.
I thought the course overall was more doable than I thought, but I still really enjoyed taking it. Sometimes it felt challenging and rewarding, and the course staff had a great attitude and adapted to feedback.
Overall I thought the Agda part felt a bit out of place, but I’d recommend the course if you want to learn something about Functional Programming. I would recommend the course less to people that already have a lot of experience with Scala or Haskell or any other functional language, as they might get more out of another elective.


Ricardo Vogel, CSE, 2020-2021

Hi! I’m Ricardo Vogel and I took Functional Programming as an elective in my third year. Functional Programming is a fun and interesting course, that I think is definitely worth picking up as an elective. FP is a useful paradigm to know, and many of the concepts you learn can be useful for other programming languages too.

In the course, you will learn about programming in Haskell, one of the most used pure functional programming languages, and about its inner workings and execution style. The last two weeks you learn about Agda, a stricter language that can also be used as a proof assistance tool.

The course has two lectures per week, weekly optional assignments on WebLab, and a project worth 50% of the final grade. The WebLab assignments are good for getting to really understand the concepts taught in the lectures. The project is a big Haskell project in which you make a JSON processor. The exam consist of mostly programming
questions, with a few theory questions in between.

Overall, I think the course was interesting and well-taught. There was a good balance between theory and practical uses. The functional programming paradigm can be tricky to get used to, but once you understand it you can create some very clean code using it. Even if you don’t end up programming in Haskell much, the skill can still be useful
for other programming languages. If you liked Concepts of Programming Languages and Big Data Processing from the data variant, or if the concept of clean functional code appeals to you, this course will be right up your alley.

Introduction to Quantum Computer Science


Merel Steenbergen, CSE, 2020-2021

Quantum, as we all called it, is one of those courses that is super hard throughout the quarter, but was actually quite doable, and super fun, looking back on it. You will learn all about qubits and algorithm improvements on quantum computers. It’s quite mathematical, but I still liked it, even though my least favourite courses were all the maths courses from the first year. Solving one of the WebLab exercises was like seeing the green bar in OOP in your first year: Very rewarding. They did take a little more time to solve than the OOP homework though.

My week usually looked like this: A lecture on Tuesday morning, after which the exercises were published. Then I would immediately work on those as the shared lab, the opportunity to ask questions, was on Wednesday. If I hadn’t finished my exercises on Wednesday by 15.45, I worked on them a little more on Friday while reading the book for more hints and better understanding of the material. This usually resulted in finished exercises before the weekend.

The main advantage of Quantum is that the weekly exercises are mandatory. You need to have at least an average passing grade to be eligible to take the exam. However, if you passed all the exercises, you are already fairly well prepared for the exam. Which saves you a lot of time and stress near the exam week. This, in combination with the interesting material, made the course very nice for me. If you are wondering if you should take this course and want a slight idea of what you’ll learn, you can take a look at the (free, online) book at https://qiskit.org/textbook/preface.html. That should give you an idea if this course is for you.


Hiba Abderrazik, CSE, 2019-2020

Supercomputers and quantum computer science are on the rise, yet up until this year quantum computer science was not a part of our CSE curriculum at all. That is why I was excited when I saw the elective Introduction to Quantum Computer Science, which is given by David Elkouss. As the name suggests this elective introduces the key principles of quantum computing. It is a nice change from the topics discussed throughout the rest of the curriculum, which is what led me to pick this elective.

Although there are implementation exercises throughout the course, the main focus lies on the theory behind quantum computing. We were expected to independently brush up on our linear algebra during the first week. Linear algebra is definitely a prerequisite for this course, since it is pretty much the foundation of quantum computing. Many principles in quantum computing rely on manipulating qubits (quantum bits). Qubits can be represented as vectors on the Bloch sphere. You can perform rotations of certain vectors on the Bloch sphere by performing matrix multiplications. Apart from that, a lot of properties in quantum computing can be deduced from certain rules and properties we have learned during linear algebra.

You are not expected to have a background in or thorough understanding of (quantum) physics. Of course physics plays a big role, but this course is specifically made for CS students without that knowledge. Overall, since this is an interdisciplinary domain both physicians and computer scientists need to gain basic understanding of each others work.

Every week we had two lectures. The course does not have any TAs or instruction/lab sessions, but there are two assignments every week: the written exercises (not mandatory) and the implementation assignments (graded). This means that a lot of independent self-study is expected from you and it is your own responsibility to reach out to the professor via email or during the lecture breaks if you have questions about the assignments. The written exercises were more mathematical questions about the theory of that week, where you might be asked to prove, reason about or execute theory from the book. Though these are not mandatory, they help with understanding the concepts better and are representative for the majority of the final exam. The implementation assignment is meant to help your understanding of the given material through actually executing principles and algorithms from the book. These assignments were valuable, because they helped me understand some theoretical principles that otherwise would have remained very abstract and they also help demonstrate the power of quantum computing.

The way the course is taught is a bit different than we are used to during the bachelors. There is a lot of emphasis on self-study, but even though I had to get used to that at first, I did not mind that too much. If you like the more mathematical/theoretical courses in the curriculum and are excited to learn something completely new I would definitely recommend this course!

Collaborative Artificial Intelligence


Sven van der Voort, CSE, 2020-2021

Hi, my name is Sven van der Voort and I’m a third year BSc student Computer Science and Engineering. I took the elective course “Collaborative Artificial Intelligence” during the third quarter of the year 2020-2021.

The course Collaborative AI teaches you to think about computers as systems that can communicate with each other and with humans. This collaboration between systems and between humans and systems is the main topic of the course. This topic is divided in different subtopics: negotiation, coactive design, trust, social choice (voting systems), coalition formation and ethics. All of these subtopics stand on their own, making the course easy to follow if you actively watch and participate in the lectures.

Besides the lectures, the course also consists of two big practical assignments that you do in groups of four students. The first assignment asks you to build a negotiation bot that can negotiate with bots of other teams to get the best negotiation outcome. During the second assignment you will program a bot that can navigate a virtual room and collect blocks to bring them to the correct drop-off location. The bot will have to communicate and collaborate with other agents in the room to collect the blocks in an efficient way.

Overall I liked the course; especially the course structure with different independent subtopics and the interesting assignments. It is these assignments however that take up most of the time that you will spend on this course. Fortunately the deadlines are pretty strict and force you to start working early on. I find the name of the course a bit misleading, since the course does not at all focus on Artificial Intelligence. A better name would be “Collaboration in Computing Systems”. I would recommend the course to everyone who is interested in computing systems in general and would like to know more about collaboration within these systems.


Joosje Gorter, CSE, 2020-2021

This year (2020-2021) I took the course Collaborative AI. Beforehand I was not quite sure what to expect from the course, but my guess that it would be about multiple AI systems working together to solve tasks turned out to be partially correct.

The first subject in this course is negotiation, where the underlying principle is that systems can work together to reach an optimal solution for all parties, but in reality it is much more of a competition to get the most favorable outcome for your negotiation agent. The lectures were great; they go into detail on how people can approach negotiations and the different tactics they use, but also what can be considered a “fair” outcome. Very interesting, especially if game theory is something that intrigues you.

The project of the first few weeks was to develop such a negotiation agent together with 3 other students. Coding is only half the work, strategy and analysis of how your choices affect your outcome took up most of our time. This was unexpected for me, but definitely helped my understanding. The project was very engaging if you are as competitive as I am.

The next project was about having an agent find and collect blocks in the right order. After you had created an individual agent with your group, the goal was all about getting it to communicate with other group’s agents to work together. Also pretty fun since you get to work with other groups to solve your problems. Covid made this a little tricky since we had to have meetings over zoom, but it was still interactive.

The last half of the course the lectures touch upon different voting systems and how a leader can be selected, as well as touching on some ethics in the last 2 lectures.

Overall this course is a lot of fun if you are interested in collaboration between humans first and foremost, since the aim of this course seems to be to give you some tools to achieve this on the technical side as well.

I would definitely recommend this course, although having a nice group makes a big difference, as for me this was one of the most fun courses I have had during the whole bachelor.

Algebra and Cryptography


Laura Pircalaboiu, CSE, 2020-2021

I’m Laura, I’m a third year BSc Computer Science student and I’ve followed this course as one of my electives in my third year. I think taking and passing the math courses (Calculus and Linear Algebra especially) is fairly helpful, as is having a general interest in math.

During the course, the material is divided into two general areas: Abstract Algebra and Cryptography. During Abstract Algebra you learn about magmas (which is a fancy name for mathematical structures like fields, rings and groups) and their properties, as well as different operations that you can do on them. In the Crypto part we went over multiple types of ciphers, like block ciphers and stream ciphers, and public key crypto.

Studying for the course took a lot of time, there are two lectures per week and 1 Q and A session during the shared lab which proved very useful. I prepared in advance for each lecture and reviewed notes with a friend after each lecture. This year there were a couple of sets of practice exercises which I’ve found very useful to do.

I’d recommend this course overall, especially to people interested in math or crypto but keep in mind that it is quite a commitment time-wise. The course and the exam were more difficult than I expected.

Algorithms for NP-Hard Problems


Laura Pircalaboiu, CSE, 2020-2021

I’m Laura, I’m a third year BSc Computer Science student and I’ve followed this course as one of my electives in my third year. I don’t think any courses are useful to take before this one, but Machine Learning and Automata, Computability and Complexity might be nice.

In the course Algorithms for NP-Hard Problems we learned how to make solvers for games like Sokoban and Sudoku by employing techniques like backtracking, heuristic tree search (A*), and Monte Carlo Tree Search.
I think the course takes an average amount of time – a couple of hours each week to work on assignments, to attend the lectures, and to work on recapping the material.

There are 2 lectures every week, divided into 4 parts, one of which was not covered in the exam. There are 3 assignments and multiple labs, but only the assignments are mandatory and graded (the labs are meant to help you exercise the material covered in class). The four parts are heuristic search, playing board games with Monte Carlo Tree Search, Search and Inference and Stochastic Dynamic Programming.

I thought the course was very fun, and the assignments were pretty interesting to work on (especially the first and third one). I think it was about the amount of work and difficulty I expect in a course, all things considered.
The exam was difficult to prepare for since we did not exactly know what to expect, but overall quite doable. I’d recommend this course to people that have enjoyed courses like Reasoning and Logic, Algorithm Design and ACC.


Ricardo Vogel, CSE, 2020-2021

Hi! I’m Ricardo, and I followed Algorithms for NP-Hard Problems as an elective in my third year. In this course you will learn about multiple techniques to solve NP-Hard problems. This can range from sophisticated exhaustive search algorithms to heuristic search algorithms.

The course is split up into three main parts. Each part has four lectures, two labs, which you do in groups of four, and one graded assignment, which is done in pairs. These parts were also equally distributed during the final exam.

The first part is about heuristic search. A good example is A* search, which is similar to Dijkstra’s algorithm, but it is guided with heuristics to improve the runtime. The second part is about Monte Carlo Tree Search (MCTS), which is an algorithm that combines tree search with reinforcement learning. You also learn how to create good heuristics using a neural network. MCTS can be used to create a good chess AI. The third part is about search an inference, where you prune large parts of the search space by inferring information about the current state. This technique can be used for solving many problems more efficiently, including sudoku, which is featured in the lab.

While in my opinion the course is not particularly difficult, the assignments can be a big time sink. While the algorithms you will implement aren’t super long, they are pretty error-prone, and there are no TAs available for the assignments. Furthermore, two of the assignments have a big existing codebase which takes time to familiarize with.

Overall, I think the content of this course is interesting. You go deep into some interesting topics, and the labs and assignments give useful insights into how to apply the techniques, although they do take quite a lot of time to complete, along with the average workload of the lectures.

Human Computer Interaction


Nick Altena, CSE, 2020-2021

I have been studying Computer Science for three years now and followed Human Computer Interaction in my third year.

During this course I learned more about techniques that can be used to create more user friendly experiences in a web application, I don’t think you need to take any other courses to take this one. It really seperates itself from the other courses by having no coding and giving a user perspective on things. A big part is a project where you work with six people where you go through multiple phases of a design process. The rest of the course is a weekly lecture and a tutorial where you apply the content you learned during the lecture. The study load is about 10 hours every week if you divide your time right.

I liked the course, since I like to design, but I do think that the structure of the course wasn’t very clear.
We did more than we had to since we weren’t sure what we needed to finish. The other downpart is there is a lot of documentation you need to do for the report about your design, which was more than I expected it to be. I found it fun to go through the design process, unfortunately, we weren’t able to go testing with real elderly people for our application, but that would have been nice in another year.

I would recommend the course if you like design and like to learn more about documentation. I found it a nice change of pace.


Ardy Zwanenburg, CSE, 2020-2021

Hi my name is Ardy and I am in my third year of CSE, but follow mostly second years course as a catch up year. In the third period I only had Automata Computability and Complexity. Therefor I chose to follow the Human Computer Interaction already. This course is a good way to over human part of coding. It sounds all simple and logical, but when you are start coding you kind of do not follow them any more. That is why this course is really nice to follow. To get more aware of good quality software that is better to use for your users. The project combined with the assignments are logical and make sure that you do not spend too much time on it. Overall I would recommend this course for everyone who would like to see the human part of coding and be more aware of for who you are coding rather than the how. The course was pretty doable as the assignments already prepare you for the exam.


Shivani Singh, CSE, 2019-2020

The course Human-Computer Interaction (CSE3500) was given for the first time this year.

It is a course that teaches you techniques and methods on how to develop the side of a program that will be shown to users. You learn skills to elicit requirements for a project, to prototype your final product and to evaluate it. Questions like “How do I involve future users in various stages of the design and development process?”, “How do I include perspectives and values of multiple stakeholders in one design?” or “How do I ensure maximal inclusivity in my product, for users with special needs?”, and many more, will be answered if you choose this elective.

You learn a lot about the part of a project that might be less important to us, as the software engineer, but are essential for users to be able to operate the systems we create. Next to a weekly lecture and a weekly lab, there is a group project. For this, we had to hand in a report in which we described the process of developing our product. In our case that was a web application for illiterate people to be able to independently plan holidays. We did this by identifying requirements, then designing a system and prototyping it, and finally evaluating it. We did not have to present a final product or actually program anything.

Basically, we learned the theory behind methods of user-centred engineering (UCE) in the lectures, and then applied certain methods to examples in the lab, and finally had to use this knowledge to make a report.

The concept of how the course seems very nice because it covers all the different tools to learn UCE. However since the course was given for the first time this year, it was not very well organised. For example, we were supposed to start with the group work in our free time, next to the lectures and lab, but that was not entirely made clear from the beginning. It probably would have been nicer to just be able to use the lab time, to work on our reports and learn the methods directly applied our system. But who knows, maybe this will change this year!

I found the content of the course overall to be appealing and would definitely recommend anyone who is interested in e.g. finding out the difference between UX and UI, or learning about different ways to get feedback from the beginning till the end of a project, and much more, to take this elective!

Login

Login with your CH account or TU Delft NetID.

Login with CH Connect

Having trouble logging in? Click here